Alfred Schreuder wordt voorlopig niet de nieuwe hoofdtrainer van Club Brugge. De in januari bij Ajax ontslagen Schreuder leek in België de opvolger van Scott Parker te gaan worden, maar de regerend kampioen kiest tot het einde van dit seizoen voor Rik De Mil. Dat maakt Club Brugge woensdagavond bekend.

Club Brugge is bezig aan een dramatisch seizoen. De titelhouder plaatste zich weliswaar voor de winterstop knap voor de achtste finales van de Champions League, maar in eigen land houden de prestaties niet over. Carl Hoefkens, die na afloop van het vorige seizoen werd aangesteld als hoofdtrainer, moest wegens de teleurstellende resultaten opstapen. Het was aan diens opvolger Parker de taak om de boel weer op de rails te krijgen, maar na de uitschakeling in de Beker van België, slechte resultaten in de competitie én de kansloze nederlagen tegen Benfica in de achtste finales van de Champions League moest ook de Engelsman zijn spullen pakken.

Parker kreeg vorige week te horen dat hij al weer kon vertrekken. De return tegen Benfica was zijn laatste wedstrijd als hoofdtrainer van Club Brugge. Nóg tijdens het duel in Lissabon kwam Het Nieuwsblad met het nieuws dat Club Brugge in gesprek was met Schreuder over een terugkeer. De rentree van Schreuder leek zelfs al in kannen en kruiken. Maar dat is dus niet het geval. In de thuiswedstrijd tegen Standard afgelopen zondag stond De Mil voor de groep en hij krijgt voorlopig het vertrouwen van de clubleiding. De Mil is al acht jaar werkzaam bij Club Brugge. Hij was twee seizoenen hoofdtrainer van de beloftenploeg en maakte sinds dit seizoen deel uit van de technische staf bij de hoofdmacht. 

De Mil beleefde afgelopen zondag in ieder geval een hoopvolle start als hoofdtrainer van Club Brugge. Standard werd met 2-0 verslagen. Club Brugge staat momenteel vierde in de Jupiler Pro League. De eerste vier plaatsen zich voor de Champions' play-offs, waarin wordt gestreden om de landstitel. Hoewel de punten na 34 wedstrijden worden gehalveerd, is een nieuwe landstitel voor Club Brugge voorlopig heel ver weg. De achterstand op koploper KRC Genk bedraagt immers achttien punten.