Sevilla is zaterdagavond door het oog van de naald gekropen in La Liga. De nummer vier van het afgelopen seizoen verkeert nu in degradatienood en moest winnen van directe concurrent Cadiz om voor even uit de gevarenzone te kruipen. Dat lukte, al was daar wel een erg late strafschop voor nodig. 

Slecht was het optreden van Sevilla tegen Cadiz niet, maar vooral de afronding van de vele kansen die het kreeg, liet te wensen over. Vlak voor rust leek Erik Lamela zijn ploeg dan toch op voorsprong te zetten, maar daar ging buitenspel aan vooraf. Zo leek Sevilla ook een directe concurrent niet te kunnen verslaan. Daar kwam nog eens bij dat trainer Jorge Sampaoli na rust in een halve minuut tijd twee gele kaarten kreeg en de wedstrijd dus verder vanaf de tribune moest volgen.

Pas in de absolute slotfase werd het wanhopige Sevilla toch op weg geholpen. Het was namelijk verdediger Ivan Alejo die met zijn hand zorgde dat ex-Ajacied Lucas Ocampos in de zestien niet aan de bal kon komen, wat een rode kaart (tweede keer geel) en een penalty tot gevolg had. Veteraan Ivan Rakitic ging achter de bal staan en bleef uiterst rustig. De Kroaat schoot binnen en een groot feest barstte los in Estadio Ramón Sánchez Pizjuán.

Grote klim

Door die ene goal klom Sevilla in extremis liefst vijf plekken op de ranglijst: van plek negentien naar plek veertien. Daarmee zijn de degradatiezorgen overigens nog niet weg, want het staat nog altijd slechts één punt boven de degradatiestreep. Er zal dus nog altijd veel moeten gebeuren bij Sevilla, dat halverwege februari in de Europa League de tegenstander is van PSV.