Juventus wordt door de rechtbank van Turijn verdacht van fraude met de boekhouding. Als gevolg daarvan is het voltallige bestuur van de Oude Dame, waaronder voormalig middenvelder en sterspeler Pavel Nedved, maandag opgestapt.  

Volgens de rechtbank is er gesjoemeld met de jaarcijfers van 2019, 2020 en 2021. Het doet onder de titel 'Prisma' onderzoek naar de financiële situatie van de club. Maandag leidde dat tot een spoedvergadering van het bestuur. Uitkomst daarvan is dat de tien leden van het bestuur hun functie hebben neergelegd. 

Ook Andrea Agnelli verdwijnt daarmee naar de achtergrond in Turijn. Hij zat namens zijn familie, die de meerderheid van de aandelen in de club in handen heeft, in het bestuur van de club. De familie Agnelli vergaarde haar grote rijkdom als oprichters van automerk Fiat. 

Het onderzoek richt zich onder meer op de transfers van Arthur Melo en Miralem Pjanic. Op papier werd de Braziliaan in 2020 voor liefst 72 miljoen euro overgenomen van FC Barcelona, terwijl de Bosniër voor zo'n 60 miljoen euro de omgekeerde weg zou hebben bewandeld. Volgens justitie zijn door zowel Juventus als Barcelona op deze manier inkomsten op de jaarrekening bijgeschreven die feitelijk niet juist zijn geweest. Naar verwachting presenteert Juventus in januari een nieuw bestuur.