Het WK in Qatar valt op door de ongelofelijke hoeveelheid blessuretijd die bij de wedstrijden opgetrokken wordt. De verloren tijd wordt zo goed mogelijk ingehaald na de reguliere negentig minuten. Het experiment wordt mogelijk ook doorgetrokken na het eindtoernooi in Qatar: Dick van Egmond sluit namelijk niet uit dat het navolging krijgt in de Eredivisie.

Dat vertelt de scheidsrechtersbaas tegenover het Eindhovens Dagblad. "Positieve aandacht voor dit fenomeen kan zeker geen kwaad. We zijn al een aantal jaren bezig om dit beter te regelen in de Eredivisie en het aantal minuten neemt al toe", stelt Van Egmond over de hoeveelheid blessuretijd op het WK in Qatar. Zelfs bij het al besliste duel tussen Spanje en Costa Rica werd acht minuten extra tijd bijgetrokken, waarin nog een doelpunt viel.

Eerder ging het bord ook al wel omhoog met meer dan tien minuten extra tijd. Van Egmond doet nog geen toezeggingen en wil wel eerst kijken wat het gemiddelde wordt van het WK in Qatar, want de extremen komen volgens hem ook deels door een aantal lange blessurebehandelingen. Toch is het in zijn ogen wel een goede zaak dat er kritisch gekeken wordt naar de hoeveelheid extra tijd – ook in Nederland.

Lees ook: Hierom wordt er op het WK extreem veel blessuretijd toegekend

"Het valt op dat spelers en trainers steeds vaker tijd proberen te rekken. Dan is er ook nog een VAR bijgekomen, die soms extra tijd nodig heeft. Het is belangrijk om consequent te zijn met de blessuretijd na negentig minuten", aldus de voormalig leidsman, die terecht ook nog even aanstipt dat er meer wissels (5) zijn toegestaan dan voorheen. Een doelpunt meer of minder kan soms het verschil zijn tussen nacompetitie of zelfs een (periode)titel. "Als dit door het WK een duwtje in de goede richting krijgt, is dat een hele goede zaak."