FC Barcelona werd voor het tweede jaar op rij roemloos uitgeschakeld in de Champions League. Na de teleurstellende Europese campagne is de club druk bezig de selectie voor volgend seizoen op peil te brengen. Zo moet Lionel Messi óf Bernardo Silva de aanval van de Catalaanse club volgend seizoen komen versterken, en heeft de club nu ook een nieuwe controlerende middenvelder op het oog, meldt de Spaanse krant Sport woensdag.

De club wil in januari namelijk om tafel met Jorginho (30). De middenvelder beschikt bij Chelsea over een contract dat komende zomer afloopt, en zou dus transfervrij over kunnen komen naar Camp Nou. Bij Barcelona moet hij het middenveld de komende jaren van de nodige ervaring voorzien, nu het gerucht steeds sterker wordt dat routinier Sergio Busquets aan zijn laatste maanden in Catalaanse dienst bezig is. Hij zou zijn loopbaan na dit seizoen voort willen zetten in de Amerikaanse MLS.

Frenkie de Jong komt de laatste weken weer veelvuldig aan spelen toe, maar doet dat doorgaans op een meer vooruitgeschoven positie op het middenveld. Trainer Xavi liet de laatste tijd ook regelmatig doorschemeren dat hij in die rol meer ziet voor de 25-jarige middenvelder, die hij derhalve niet als opvolger van Busquets als spil van het elftal ziet. De Jong heeft echter flinke concurrentie aan het talentvolle duo Gavi en Pedri, en staat met zijn forse salaris nog altijd op de nominatie om na het WK óf aan het einde van het seizoen verkocht te worden. 

Met Jorginho zou Barcelona een Europees kampioen in huis halen. De geboren Braziliaan was van groot belang voor het Italië van Roberto Mancini dat in 2021 de Europese titel pakte op Wembley. Chelsea nam Jorginho in 2018 voor 57 miljoen euro over van Napoli, waar hij onder de eveneens door de Londense club aangetrokken Maurizio Sarri uitgroeide tot een middenvelder van wereldklasse. Na het vertrek van Sarri was Jorginho ook onder diens opvolgers Frank Lampard, Thomas Tuchel en de huidige trainer Graham Potter vaak verzekerd van een basisplaats. Twee weken geleden scoorde hij nog vanaf de strafschopstip tegen het Manchester United van Erik ten Hag.