De afgelopen dinsdag- en woensdagavond werd de vijfde speelronde in de groepsfase van de Champions League afgewerkt. Voor Ajax viel het doek definitief, maar de Amsterdammers weten zich in goed gezelschap van drie Spaanse clubs. Vorig seizoen overwinterden drie van de vier deelnemende Spaanse clubs nog in het miljoenenbal, terwijl een jaar daarvoor zelfs alle vier de ploegen de achtste finale bereikten.

De Spaanse eer wordt in de achtste finale hooggehouden door titelverdediger Real Madrid. Het elftal van Carlo Ancelotti was na vier speelronden zelfs al zeker van een vervolg in het belangrijkste Europese toernooi. De Koninklijke is nog wel met RB Leipzig in gevecht om de eerste plek in de groep veilig te stellen. Daarvoor is een thuiszege op Celtic in de zesde speelronde voldoende. Mochten de Duitsers niet winnen op bezoek bij Shakhtar Donetsk, dan volstaat een gelijkspel ook.

Voor FC Barcelona, Atlético Madrid en Sevilla is overwintering in de Champions League na vijf groepswedstrijden al niet meer mogelijk. Barcelona en Sevilla zijn echter al wel verzekerd van de derde plaats, en een vervolg in de Europa League. Dat was Atlético Madrid ook geweest als Yannick Ferreira Carrasco woensdagavond vanaf de strafschopstip had gescoord, maar dat mocht niet zo zijn. Op de laatste speeldag verdedigt Atléti op bezoek bij FC Porto een punt voorsprong op nummer vier Bayer Leverkusen, dat het thuis opneemt tegen Club Brugge.

Jarenlang dominant

De matige Champions League-campagne van het Spaanse voetbal is een unicum. De zuid-Europeanen maakten jarenlang de dienst uit in het miljoenenbal. In 2014 en 2016 stonden Real Madrid en stadgenoot Atlético zelfs tegenover elkaar in de eindstrijd van het toernooi. De Koninklijke trok in beide wedstrijden aan het langste eind, en wonnen de ´cup met de grote oren´ in de laatste tien seizoenen zelfs maar liefst vijf keer. Tussentijds won Barcelona de prijs in 2015 bovendien ook nog eens.