Ajax heeft opnieuw rode cijfers geschreven. Hoewel de regerend landskampioen op sportief vlak een aantal successen boekte, noteert ze een verlies van 24,3 miljoen euro over het boekjaar 2021/2022. De aanhoudende coronacrisis heeft er flink ingehakt bij de nummer één van Nederland.

Het coronavirus sloeg vorig jaar wild om zich heen. Niet alleen in Nederland, maar ook in de rest van Europa. De Europese clubs, die de jaren ervoor met groot geld smeten op de transfermarkt, moesten door de coronacrisis op hun centen letten. Daarvan merkte ook Ajax de gevolgen. 'De pandemie had een zeer negatieve impact op de transfermarkt wat resulteerde in een verlies op de transferresultaten van 19,3 miljoen euro', klinkt het in het persbericht over de jaarcijfers.

Ook de lege tribunes zorgden ervoor dat Ajax flink wat inkomsten misliep. De Amsterdammers speelden met name in de eerste seizoenshelft thuiswedstrijden met beperkt en zonder publiek. 'Dit leidde tot een operationeel verlies van 7,6 miljoen euro', staat er. Het nettoverlies ligt hoger dan in het voorgaande boekjaar. Toen noteerde Ajax een verlies van 8,1 miljoen euro. De netto-omzet is daarentegen gestegen met ruim 51% naar 189,2 miljoen. Dit heeft de club te danken aan de hogere voetbalomzet (denk aan de resultaten in de Champions League), partnershipomzet en omzet uit merchandising. De kosten stegen echter naar 196.8 miljoen. 

Transfers

Ajax heeft in het boekjaar 2021/2022 37,8 miljoen euro verdiend aan uitgaande transfers. De club ontving een transfersom voor Ryan Gravenberch, Noa Lang, David Neres, Kjell Scherpen en Jurgen Ekkelenkamp. Het jaar ervoor verdiende Ajax nog 86,1 miljoen euro aan uitgaande transfers. De Amsterdammers verwachten een positief nettoresultaat voor het boekjaar 2022/2023. Ze kwalificeerden zich immers voor de groepsfase van de Champions League en namen voor ruim 200 miljoen euro afscheid van onder anderen Antony, Lisandro Martínez, Sébastien Haller, Nico Tagliafico en Perr Schuurs.