Arne Slot haalde onlangs op een persconferentie een probleem van deze tijd aan. Doorgebroken talenten van Nederlandse subtoppers, zo gaf de trainer van Feyenoord aan, zijn voor topclubs Feyenoord en PSV bijna niet meer te betalen. Aanstaand bondscoach Ronald Koeman is het daar gedeeltelijk mee eens, zegt hij in gesprek met het Algemeen Dagblad.

Slot benoemde tijdens de bewuste persconferentie Quinten Timber als uitzondering op de regel. De middenvelder maakte voor zo'n acht miljoen euro de overstap van FC Utrecht naar Rotterdam-zuid. In het verleden kwamen dergelijke overgangen van de Nederlandse subtop naar een topclub veel vaker voor, en waren de gemoeide bedragen een stuk lager, gaf Slot aan. De loopbaan van Kevin Strootman, die van Sparta Rotterdam via FC Utrecht bij PSV belandde, is wat Slot betreft een voorbeeld van hoe  het zou moeten, maar niet altijd meer zou kunnen.

Ronald Koeman geeft Slot daarin gelijk. "Dat is wel een probleem, maar ook niet helemaal nieuw hoor", zegt hij daarover. Koeman liep in zijn periode bij Feyenoord ook al tegen dezelfde situatie aan. "Ik wilde Virgil van Dijk van FC Groningen naar Rotterdam halen. We konden hem niet betalen, vier of vijf miljoen was toen te duur", herinnert Koeman zich. Van Dijk belandde uiteindelijk bij Celtic en stapte van daaruit over naar Southampton, waar hij alsnog onder Koeman kwam te spelen. Liverpool maakte hem daarna de duurste verdediger aller tijden, een record dat inmiddels in handen is van Harry Maguire (Manchester United).

Koeman, die na het WK in Qatar terugkeert als bondscoach van het Nederlands elftal, ziet dat Ajax er wel in slaagt om Nederlands talent door te laten breken. Hij hoopt dat dat bij Feyenoord en PSV op termijn ook weer mogelijk gaat worden: "Ik zie het ook als momentopnames", vervolgt hij. "Toen ik trainer was van Feyenoord, hadden we daar veel jonge Nederlandse talenten. Nu is dat bij Feyenoord en PSV blijkbaar wat minder het geval. Ajax heeft altijd wel jonge Nederlandse spelers die doorkomen."