Real Madrid weet weer wat verliezen is in de competitie. De landskampioen en Champions League-finalist leed zondagavond op bezoek bij buurman Atlético (1-0) haar eerste nederlaag in La Liga sinds 20 maart (0-4 tegen FC Barcelona). Ook in het Wanda Metropolitano maakte een omstreden strafschop het verschil.

Real Madrid beleefde een droomweek in aanloop naar de derby tegen Atlético. Waar de ploeg van Carlo Ancelotti zich vorig weekeinde al kroonde tot landskampioen, plaatste ze zich afgelopen woensdag ook nog eens voor de finale van de Champions League. Real Madrid zal de laatste competitiewedstrijden dus aangrijpen om in vorm te blijven voor de eindstrijd tegen Liverpool, die gepland staat voor 28 mei. Maar op bezoek bij Atlético hield Ancelotti meerdere grote namen op de bank. Zo verschenen Thibaut Courtois, Luka Modric, Karim Benzema en Vinícius Junior allemaal niet aan de aftrap.

Voor Atlético Madrid zijn de belangen in de laatste weken van de competitie veel groter. De ploeg van Diego Simeone is namelijk nog niet verzekerd van deelname aan de Champions League volgend seizoen. Ze begon zondagavond aan het thuisduel met de rivaal in de wetenschap dat er goede zaken gedaan konden worden. Real Betis ging een dag eerder immers met 1-2 onderuit tegen FC Barcelona, waardoor Atlético de voorsprong op de nummer vijf kon vergroten tot zes punten. En dat is de huidige nummer vier van La Liga dus gelukt.

In de eerste helft was te merken dat Real Madrid een paar dagen eerder nog tot het gaatje was gegaan en al kampioen is. De thuisploeg legde een stuk meer energie in haar spel en kwam een paar minuten voor de pauze dan ook verdiend op voorsprong. Over de manier waarop zal na afloop echter nog wel gesproken worden, want de strafschop waaruit Yannick Carrasco de score opende werd wel heel makkelijk gegeven. Atlético maalde er uiteraard niet om: de belangrijke 1-0 stond op het scorebord.

En daar kwam in het restant van de tweede helft dus geen verandering meer in. Dat mag een klein wonder heten, want vooral Atlético kreeg meerdere goede mogelijkheden om de score uit te breiden. Die waren echter niet aan Antoine Griezmann en Carrasco, die nog de paal raakte, besteed. Real Madrid kon daar niet heel veel tegenover stellen. Dat de bezoekers de wedstrijd niet wilden verliezen, bleek wel uit het feit dat in de tweede helft onder meer Modric en Vinícius nog hun entree maakten. Maar zonder Benzema kon de landskampioen aanvallend weinig uitrichten, al was Marco Asensio uit een vrije trap nog wel dicht bij de 1-1. 

Atlético hield de deur goed gesloten en trok de 1-0 voorsprong met succes over de streep. Daardoor melden Simeone en zijn manschappen zich voor de poorten van de Champions League. Ze moeten echter nog wel even wachten voordat ze naar binnen kunnen. Met nog drie wedstrijden te gaan bedraagt de voorsprong op Real Betis zes punten. De ploeg uit Sevilla kan dus nog over de landskampioen van vorig seizoen heen.