Real Madrid heeft zich zaterdagavond gekroond tot de landskampioen van Spanje. Met een straatlengte voorsprong was het vooral de vraag wanneer De Koninklijke zich zou kronen tot de beste van het land dat moment was tegen Espanyol na de 4-0 zege al het geval. Daardoor is Carlo Ancelotti de eerste trainer met een landstitel in de vijf grootste competities (Engeland, Frankrijk, Duitsland, Italië én dus Spanje) ter wereld.

Ancelotti won als trainer van Real Madrid in 2014 weliswaar de Champions League, de Super Cup, de wereldbeker voor clubteams en de Copa del Rey. Eerder dit seizoen schreef de Italiaanse coach ook de Supercopa de Espana – de nieuwe vorm van de Super Cup – op zijn naam, waardoor de oefenmeester vrijwel alle denkbare bekers met De Koninklijke had gewonnen. Maar één prijs had hij als trainer van Real Madrid nog niet in zijn handen gehad: de Spaanse landstitel.

In de twee seizoenen dat hij trainer was van Real Madrid slaagde hij er niet in om de belangrijkste prijs van Spanje te veroveren (Atlético en FC Barcelona grepen de titel) en dat het dit seizoen lukte, was een zeer knappe prestatie. Want wederom zonder peperdure aankopen werd het falende FC Barcelona en de vechtmachine van Atlético Madrid probleemloos achter zich gelaten, waarbij Real Madrid alleen op de tweede speeldag niet bovenaan La Liga heeft gestaan.

Karim Benzema is naast Carlo Ancelotti de grote blikvanger van de 35ste landstitel van Real Madrid, want de Franse spits kwam tot liefst 26 treffers in alleen La Liga. Tegen Espanyol nam de Franse vedette het laatste doelpunt voor zijn rekening op aangeven van invaller Vinícius Júnior (zie onder), in een duel dat voor de pauze door twee goals van Rodrygo al was beslist.

Real Madrid zal het feestje gezien de return tegen Manchester City in de halve finale van de Champions League niet al te uitgebreid vieren, zo is de verwachting. Dan staat succescoach Ancelotti tegenover de alom geloofde Pep Guardiola. De Catalaan (9) en ook José Mourinho (6) pakten weliswaar meer landstitel in de grootste vijf competities van Europa, maar de enige die dat in alle vijf minimaal eenmaal lukte, is Ancelotti: een fenomenaal record na een dito titel.