Liverpool heeft zaterdagmiddag geen fout gemaakt in de bloedstollende Engelse titelrace. De ploeg van trainer Jürgen Klopp was op St James' Park met 0-1 te sterk voor Newcastle United. Dankzij de zege neemt Liverpool in elk geval voor een paar uur de koppositie over van Manchester City. De grote concurrent uit Manchester speelt later op de zaterdag de lastige uitwedstrijd tegen Leeds United.

Liverpool strijdt nog op drie fronten mee en dat betekent dat er voor Klopp weinig tijd is om zijn spelers rust te geven. Op bezoek bij Newcastle United nam de Duitse trainer een risico door toch een aantal sterren te sparen. Mohamed Salah, Thiago Alcântara, Trent Alexander-Arnold en Ibrahima Konaté stonden niet aan de aftrap toen om 12.30 uur (plaatselijke tijd) het eerste fluitsignaal klonk. Zij werden vervangen door Joel Matip, Joe Gomez, Naby Keïta en Diogo Jota.

De wedstrijd ontbrandde in minuut 19 toen Keïta de score opende. De middenvelder omspeelde doelman Martin Dúbravka na een één-tweetje met Jota en schoot vervolgens van dichtbij raak. Bij Newcastle claimde men dat in aanloop naar de 0-1 James Milner een overtreding maakte, maar zowel de scheidsrechter als de VAR zag geen reden om het doelpunt te annuleren. Newcastle dacht vlak voor rust op gelijke hoogte te komen, maar de treffer van Miguel Almirón werd vanwege buitenspel afgekeurd.

Liverpool kreeg in het vervolg van de wedstrijd veel kansen om de marge te verdubbelen, maar doordat de 0-2 niet werd gemaakt, bleef het tot het laatste fluitsignaal spannend. Onder meer Luis Díaz, Sadio Mané, Andy Robertson en Salah hadden de wedstrijd kunnen beslissen, maar goede kansen waren niet aan hen besteed. Newcastle stelde daar niet bijster veel tegenover en mocht vooral van geluk spreken dat het niet op een grote nederlaag werd getrakteerd.