Rafael van der Vaart wordt steeds enthousiaster over het trainersvak, maar hij twijfelt nog altijd of die baan wel bij hem past. De voormalig profvoetballer van Ajax, Hamburger SV, Real Madrid en Tottenham Hotspur vindt zichzelf teveel een liefhebber, wat mogelijk zijn werk als keuzeheer in de weg gaat staan.

"Ik noem mezelf nog steeds geen trainer", vertelt Van der Vaart bij Ziggo Sport. Hij is momenteel assistent-trainer bij het Deense Esbjerg fB. Die rol bevalt hem uitstekend. "Het begint steeds leuker te worden. Ik vind het leuk om met die gasten bezig te zijn. Ik kan zelf een beetje meedoen en ze een beetje adviseren, mijn ervaring met ze delen. Ze voelen hier af en toe al druk. Dan denk ik: als je dat hier al voelt, kun je beter hier blijven. Straks eindig je in een kliniek."

Van der Vaart voelt zich nog geen echte trainer. Dat merkt hij vooral tijdens de wedstrijden, waarin hij nog teveel als liefhebber kijkt. "Dat is m'n grootste tegenstander. Dat is waarschijnlijk ook de reden waarom ik nog steeds niet weet of ik het wel wil", doelt hij op een carrière als eindverantwoordelijke. "Vorige week speelden we 0-0, een kutwedstrijd. Het stond goed, maar ik hou er niet van. Ik heb liever 3-3, maar zo moet je als trainer niet denken."

Wat hij inmiddels wel snapt aan trainers, is dat ze soms mopperen op de vierde man. "Ik erger me dood", aldus de oud-voetballer, die inmiddels weet dat er in Denemarken maar één iemand in het trainersvak mag staan om aanwijzingen te geven. "Als onze trainer dan staat, zit zo'n vierde man steeds naar jou te kijken. Je wordt er gek van. Nu begrijp ik de trainers iets beter die klagen tegen zo'n vierde man."