Het zijn onzekere tijden voor Chelsea, maar de surrealistische situatie waarin de Londense club zich bevindt heeft vooralsnog geen invloed op de resultaten. Woensdag plaatste de ploeg van Thomas Tuchel zich ten koste van Lille OSC voor de kwartfinale van de Champions League. Na de heenwedstrijd werd ook de return gewonnen (1-2).

Het is een week geleden dat Roman Abramovich naar aanleiding van de Russische inval in Oekraïne op een Britse sanctielijst werd gezet. Chelsea heeft sindsdien met allerlei beperkingen te maken. Zo kan de club geen wedstrijdtickets verkopen, transferzaken doen en spelers van de huidige selectie langer vastleggen. Ook mag Chelsea niet meer dan 23.500 euro aan reiskosten uitgeven, waardoor de Londenaren noodgedwongen moesten bezuinigen op de reis naar Noord-Frankrijk. "Het gaat ook niet om bling-bling", zei Tuchel treffend in aanloop naar de return tegen Lille.

Het gebrek aan luxe bleek geen invloed te hebben op de spelers van Chelsea. Zij kwamen in de return goed voor de dag, maar moesten desondanks na 37 minuten de 1-0 incasseren. Na ingrijpen van de VAR legde de scheidsrechter de bal op de stip vanwege een handsbal van Jorginho. Burak Yilmaz pakte het cadeautje uit en verschalkte Édouard Mendy. Daarmee was de spanning in het tweeluik voor even terug. De heenwedstrijd was immers in een 2-0 zege voor Chelsea geëindigd.

Maar de Londense club rechtte nog voor rust de rug. In de blessuretijd van de eerste helft zette Christian Pulisic de 1-1 op het scorebord na een splijtende pass van Jorginho. Lille kwam na rust bijna andermaal op voorsprong, ware het niet dat Agim Zeka met een kopbal de paal raakte. Voor Sven Botman zat niet veel later de wedstrijd erop: hij leek zich te verstappen en werd gewisseld. Chelsea besliste de achtste finale vervolgens via César Azpilicueta, die de 1-2 maakte en daarmee een einde maakte aan alle twijfel.