Joey Veerman heeft zich snel aangepast aan het niveau bij PSV. De middenvelder werd na zijn transfer van Heerenveen naar Eindhoven bedolven onder de complimenten, maar donderdagavond viel de spelmaker tegen in het Conference League-duel met FC Kopenhagen. Voor Roger Schmidt is er geen enkele reden om daar van wakker te liggen.

"Na een paar goede wedstrijden praat iedereen al over de nationale ploeg en de Ballon d'Or, maar dan komt er zo'n wedstrijd als tegen Kopenhagen voorbij en zie je dat je toch nog stappen moet maken. Dat is niet gek, dat is zelfs heel normaal", vertelt de oefenmeester aan Voetbal International. Veerman was de afgelopen weken goud waar voor de Eindhovense formatie met zijn doelpunten en assists. Zo schoot hij PSV hoogstpersoonlijk naar de bekerfinale door de winnende treffer te maken tegen Go Ahead Eagles.

Na het duel met Kopenhagen hoorde Schmidt dat Veerman weer met beide benen op de grond stond door zijn matige optreden. De Duitse oefenmeester vindt dat onzin. "Het was helemaal niet nodig om hem terug op aarde te brengen. Joey is een goede jongen en heel intelligent. Hij denkt zelf helemaal niet dat hij de beste is, dat komt meer van buitenaf. Soms is het dan goed voor de buitenwereld om te zien dat een speler niet altijd op zijn topniveau kan spelen", aldus de trainer.

Schmidt koos ervoor om tegen Kopenhagen met vier middenvelders te beginnen: naast Veerman mochten ook Ibrahim Sangaré, Érick Gutiérrez en Mario Götze in de basis starten. Dat ging ten koste van spits Eran Zahavi, die als invaller uiteindelijk de 4-4 maakte. De spits wilde na de wedstrijd niet reageren op zijn wisselrol.