Toen Ridgeciano Haps (28) doorbrak bij AZ en zijn transfer naar Feyenoord maakte, leek een debuut in het Nederlands elftal de logische volgende stap. Hij werd weliswaar veelvuldig genoemd, maar een oproep voor Oranje bleef uit. Achteraf heeft hij daar te lang op gewacht, stelt de verdediger.

"Ik heb er te lang op gewacht en gehoopt. Toen bleek dat ik voor Suriname kon gaan spelen, heb ik dat meteen gedaan", vertelt de speler van La Venezia tegenover Voetbal International. "Het voelde als een verlossing. Ik ben net zoveel Nederlander als Surinamer. Mijn familie komt ervandaan, mijn oma woont er nog, ik ging er al vaak naartoe op vakantie. Dus al met al was het de perfecte oplossing. Toch een interlandcarrière voor een eigen land."

Inmiddels staat de teller al op vijf officiële interlands voor de nationale ploeg van Suriname, met wie hij vorig jaar deelnam aan de Gold Cup. "Het was de eerste keer dat wij als Nederlanders voor Suriname konden spelen. Dat trok me aan", licht de oud-Feyenoorder toe. Hij is namelijk niet de enige die ervoor koos om voor Suriname te spelen, maar ook onder anderen Warner Hahn en Kelvin Leerdam kregen groen licht. 

Lees ook: Menzo naar Suriname: "Betekent veel voor me"

Met voormalig Oranje-international Stanley Menzo als bondscoach is er ook een nieuw uithangbord gekomen voor het land. "We hebben laten zien dat we ons kunnen plaatsen voor toernooien. Komende zomer spelen we in de CONCACAF Nations League, we zitten in de hoogste groep, dus Amerika, Canada, Mexico. Mooie wedstrijden", aldus Haps.