De komst van Fredrik Aursnes naar Feyenoord is voor beide partijen een succes gebleken. De Noor behoort tot de betere middenvelders van de Eredivisie, maar niet tot de meest spraakmakende. Daarvan is hij ook zelf goed op de hoogte.

Zo kon hij zich vinden in de eerdere woorden van trainer Arne Slot, die stelde dat Aursnes geen speler is van wie massaal shirts zullen worden aangeschaft. "Mensen kiezen vaak voor aanvallers, spelers die spectaculaire dribbels laten zien. Linssen, Sinisterra, dat soort spelers", begon hij in gesprek met het Algemeen Dagblad. "Ik verwacht van de aanhang van Feyenoord niet dat ze straks allemaal met nummer 17 op hun rug lopen. Ik zag trouwens wel een Noorse vlag in De Kuip hangen. Het begin is er", lachte de 26-jarige Feyenoorder.

Juist omdat Aursnes niet de meest opvallende speler is, hoopten ook kleinere clubs uit de Eredivisie een kans te maken op zijn handtekening. "Dat wist ik zelf niet", vertelde hij. "Ik wilde na vijf jaar bij Molde graag naar het buitenland. Ik sprak alleen met Werder Bremen, maar daarna verloor die club negen keer op rij en degradeerde het uiteindelijk." Zo kwam hij dus terecht bij Feyenoord. "Feyenoord sprak mij meteen aan. Mensen kenden mij hier vast niet. Ik verwacht van niemand hier dat ze de Noorse competitie op de voet volgen, al wordt deze in mijn ogen wel een beetje onderschat."

Andersom wist Aursnes ook lang niet alles van de Eredivisie en Feyenoord. Daarom vroeg hij om raad bij Jonas Svensson en Fredrik Midtsjø, die als (in het geval van Svensson toenmalig) spelers van AZ zowel de competitie als trainer Arne Slot goed kenden. "Ze gaven heel hoog op over Slot. Datzelfde beeld schetste Marcus Pedersen (ook oud-Molde, red.), die al een paar weken in Rotterdam zat. Dat Slot de trainer is, was een grote factor in mijn besluit om te tekenen. En we hebben een goed elftal. Het schijnt dat we aanvallender voetballen dan de club gewend was, maar dat heb ik alleen van horen zeggen."