Gernot Trauner is een van de grote revelaties bij het goed presterende Feyenoord van dit seizoen. Als een voor de meesten onbekende verdediger uit Oostenrijk werd hij afgelopen zomer naar De Kuip gehaald, maar daar ontwikkelde hij zich al snel tot sterkhouder. "Ik loop al een tijdje mee en weet ook dat het na twee mindere wedstrijden al kan omslaan. Maar dat het mensen bevalt hoe ik verdedig en probeer op te bouwen, dat ervaar ik als een compliment."

De verwachtingen waren niet erg hoog toen Trauner zich afgelopen zomer in de Eredivisie meldde. Dat had er vooral mee te maken dat hij op 29-jarige leeftijd nog nooit buiten Oostenrijk had gespeeld, waar zijn landgenoten die opvallen vaak al snel in de Duitse Bundesliga terechtkomen. "Vaak wel", weet Trauner. "En ik heb ook wel mogelijkheden gehad, maar daar zat nooit de serieuze interesse bij die ik voor ogen had om Oostenrijk en Linz te verlaten", vertelde hij aan het Algemeen Dagblad. 

"Ik kocht een paar maanden geleden een huis in de nabijheid van Linz en had daar rustig tot het einde van mijn loopbaan kunnen spelen", ging hij verder. "Maar toen belde Feyenoord. Dan ga je praten met de familie en met mijn zaakwaarnemer. Dan realiseer je je dat je als 29-jarige niet veel kansen meer zal krijgen." En zo kwam hij terecht bij Feyenoord, de club die hij vooral kende van voormalig succestrainer Ernst Happel. "Maar deze club ken je pas echt als je in de stad bent geweest en in een vol stadion hebt gespeeld. Dat is onovertroffen, totaal onvergelijkbaar met Oostenrijk."

Pleister

In vrijwel geen enkel interview - ook dit keer - ontkomt Trauner aan vragen over de kenmerkende pleister op zijn neus, waarmee hij zijn wedstrijden speelt. Zelf kan hij er wel om lachen. "Maak dat niet te groot, hoor. Ik was ooit verkouden en toen ben ik zo'n ding gaan dragen. Daarna ben ik er nooit meer mee gestopt. Toen ik vertrok bij LASK wensten de spelers en staf mij succes. Voor de grap kreeg ik een enorme doos met neuspleisters mee. Het is een beetje mijn handelsmerk geworden. Maar hier hoop ik vooral dat de mensen blij zijn met hoe ik verdedig en aanvallen probeer op te zetten."