Bayern München is vrijdagavond pijnlijk onderuit gegaan bij de hervatting van de Bundesliga. Op bezoek bij laagvlieger FC Augsburg, voorafgaand aan deze speelronde de nummer zestien van Duitsland, verloor Der Rekordmeister met 2-1.

Uiteraard was de timing van de wedstrijd niet ideaal voor de Duitse koploper. Veel spelers waren pas net teruggekeerd van hun nationale ploeg, maar moesten er vrijdag alweer staan. Dat gold overigens niet voor Niklas Süle en Joshua Kimmich. Beide spelers ontbraken wegens een coronabesmetting, zoals ook bij het Duitse nationale elftal al het geval was. Vooral Kimmich, die openlijk uitlegde waarom hij zich niet had laten vaccineren, kon op veel kritiek in het land rekenen. 

Lees ook: Minister vraagt 'rolmodel' Kimmich zich alsnog te laten vaccineren

Ook zonder hen moest Bayern echter 'gewoon' van Augsburg - de ploeg van aanvoerder Jeffrey Gouweleeuw - kunnen winnen. De overige grote namen stonden namelijk, ondanks dat ze pas net waren teruggekeerd, wel gewoon aan de aftrap. Toch was het opvallend genoeg Augsburg dat na 23 minuten de leiding nam, nadat verdediger Mads Pedersen de meest alerte was bij een afvallende bal. Een kwartier na diens goal werd het zelfs 2-0, toen Andre Hahn zijn directe tegenstanders in de lucht aftroefde en de bal binnenkopte. 

Robert Lewandowski deed kort daarna nog wel iets terug middels een knappe volley. Het was de topscorers veertiende treffer in twaalf duels, maar echt blij zal hij er niet mee zijn geweest. Meer doelpunten zouden er namelijk niet meer vallen en dus was het niet genoeg om een 2-1 nederlaag te voorkomen. Bayern blijft hoe dan ook wel koploper, maar als Borussia Dortmund zaterdag wint van VfB Stuttgart, nadert het op één punt.