Virgil van Dijk had zaterdagavond geen verklaring voor de manier waarop zijn Oranje tegen Montenegro een 0-2 voorsprong uit handen gaf. De aanvoerder verscheen aangeslagen voor de camera van de NOS. "Ik weet niet wat ik moet zeggen... Het is ongelofelijk", begon hij. "Ik ben sprakeloos. 

"Het is gewoon schandalig hoe wij de tweede helft hebben gespeeld", concludeerde hij uiteindelijk. "We willen allemaal de bal hebben, we willen allemaal voetballen, aanvallen en scoren... Maar we moeten ook verdedigend denken. Als we de organisatie niet op orde hebben, ontstaat er ruimte voor de counter. Je moet het zakelijk uitspelen, onder controle hebben en niet allemaal naar voren rennen. Dat deden we wel."

Van Dijk zag vooral tussen de verdediging en het middenveld grote gaten vallen. "De plek van de verdedigende middenvelder moeten we in balbezit altijd bezet houden, dan heb je altijd de controle. Daar lag vandaag steeds de ruimte als we de bal verloren." Daarbij maakte Van Dijk direct duidelijk niemand persoonlijk te willen aanvallen. "Er zijn genoeg spelers die die positie kunnen invallen."

Extra zuur is dat Oranje zich door het puntverlies van Noorwegen eerder op de avond al had kunnen verzekeren van een WK-ticket. Van Dijk erkende dat de ploeg wellicht wat te gemakzuchtig was, maar wist zeker dat dat niet met het resultaat van de concurrent te maken had. "Dat moet ons juist een extra boost geven. Dat hadden we van tevoren nog besproken. 'Als het lelijk moet, moet het lelijk.' Zo hadden we het vandaag moeten doen..."