AC Milan heeft zaterdagavond met hangen en wurgen drie punten bijgeschreven in de Serie A. Ondanks dat Bologna in zowel minuut 20 als 58 rood kreeg, trok de ploeg van trainer Stefano Pioli de wedstrijd pas in de slotfase naar zich toe (2-4).

In de Champions League leed AC Milan midweeks alweer de derde nederlaag, maar in competitieverband gaat het de Noord-Italiaanse club voor de wind. In de eerste acht speelrondes wonnen de Rossoneri slechts eenmaal niet. En dat was ook nog eens het niet onverdienstelijke gelijkspel bij Juventus (1-1).

Tegen het Bologna van Mitchell Dijks, Jerdy Schouten (beiden invaller) en Sydney van Hooijdonk (negentig minuten op de bank) leek AC Milan niet diep te hoeven gaan om de punten binnen te slepen. De bezoekers leidden na ruim een halfuur met 2-0 dankzij doelpunten van Rafael Leão (aangeraakt schot) en Davide Calabria (hard schot). Bovendien stond Bologna door een rode kaart van Adama Soumaoro na twintig minuten al met een man minder op het veld.

Toch werd de voorsprong na rust in rap tempo weggeven. Eerst kopte Zlatan Ibrahimovic de bal in eigen doel; zijn allereerste goal in zijn carrière. Vervolgens zette Musa Barrow de tien van Bologna op 2-2. Het doel om een punt uit het vuur te slepen werd voor de thuisploeg een stuk lastiger toen na een uur ook Roberto Soriano met rood van het veld werd gestuurd. Met negen tegen elf hield Bologna een tijdje stand, maar in de laatste minuten trok AC Milan de wedstrijd via Ismaël Bennacer (volley) en Ibrahimovic (schot in de lange hoek) naar zich toe.