Dat Ronald Koeman nog altijd trainer van FC Barcelona is, heeft hij naar verluidt te danken aan Jordi Cruijff. President Joan Laporta had na de Champions League-deceptie tegen Benfica (3-0) namelijk al besloten Koeman te ontslaan, maar werd door Cruijff toch op andere gedachten gebracht.

Volgens het Catalaanse TV3 was Laporta er daags na de nederlaag tegen Benfica zeker van: Koeman zou worden ontslagen. Zelfs de trainer zelf had zich er naar verluidt al bij neergelegd. Het bericht van zaterdag dat het resultaat tegen Atlético Madrid van die avond niet bepalend zou zijn, omdat de clubleiding hoe dan ook vertrouwen in Koeman zou houden, kwam dan ook als een verrassing.

Het was echter dus niet Laporta, maar Cruijff die daarachter zat. Hij zou vrijdag met de president gesproken hebben om hem te overtuigen dat er een einde moest komen aan de media-soap rond de functie van Koeman. Hij drong erop aan dat Laporta de trainer een nieuwe kans zou geven. Hij vroeg om geduld tot belangrijke aanvallers Sergio Agüero en Ousmane Dembélé terug zijn van hun blessures en toptalent Ansu Fati meer speeltijd aan kan.

Waar het erop leek dat Laporta degene was die Koemans baan redde, bleek het dus Cruijff te zijn. Daarmee eiste hij volgens het Catalaanse medium direct een nieuwe rol binnen de club op, waarin hij Koeman begeleidt en ondersteunt. Daarm werden ook de beelden verklaard waarop te zien was hoe hij en Koeman samen naar de wedstrijd tegen Atlético Madrid keken.