Afgelopen Eredivisieweekend werd er een duidelijk antwoord gegeven op de vraag hoe de topclubs in Nederland afgestopt moeten worden. FC Utrecht (tegen Ajax) en Vitesse (tegen Feyenoord) lieten zien dat het loont om een tegenstander uit zijn spel te halen. Voormalig voetballer Arno Arts kon het succes van dat strijdplan beamen.

Direct na de verrassende overwinning van FC Utrecht in de Johan Cruijff Arena (0-1) liet Arts, voormalig middenvelder van onder meer Utrecht, van zich horen op Twitter. 'In mijn tijd als voetballer bij FC Utrecht lieten ze shirts maken met als opschrift: Mentaliteit is onze kwaliteit. Vandaag begrijp ik maar weer eens al te goed waarom. Chapeau, FC Utrecht!', schreef hij. Het Algemeen Dagblad besloot daarop verder met hem na te praten over dé manier om clubs als Ajax te bestrijden. 

"In die tijd werkte Ajax ook als een rode lap op een stier", begon Arts. "Als ik nu naar Ajax kijk, vind ik dat je maar op twee manieren kans maakt. Zoals Utrecht het deed: inzakken maar wel oog hebben voor je aanvallende intenties. Vitesse deed dat eigenlijk ook tegen Feyenoord. De andere optie is afjagen zoals Red Bull Salzburg ooit deed (het won in 2014 met 3-1 en 0-3, red.), maar daar hebben de meeste teams in de Eredivisie de kwaliteiten niet voor. Ga je ertussen zitten, dan verlies je. Ga je alleen maar voor je eigen doel liggen, dan prikken ze er ook wel een keer doorheen."

Maar ook het ontregelen, bijvoorbeeld door middel van tijdrekken, moet onderdeel van de tactiek zijn. "In mijn tijd bij Utrecht kegelde Stijn Vreven of Jean-Paul de Jong iemand omver als het afjagen niet lukte of we slap waren in balbezit. Het Utrecht van toen wist wel hoe je moest ontregelen en zuigen. Terwijl het niet typisch is voor het Utrecht van nu, zag je tegen Ajax die slimmigheidjes wel terug. Net als bij Vitesse. Arne Slot wilde alles sneller, sneller, sneller, maar Vitesse wist precies wat het deed. Bij Utrecht hielp het ook dat Nijhuis scheidsrechter was. Je moet de grenzen opzoeken, maar er niet overheen gaan."