Ajax-trainer Erik ten Hag blikte vandaag vooruit op het Champions League-duel dat zijn ploeg morgen afwerkt tegen Besiktas. Op de persconferentie werd hem gevraagd naar een verklaring voor de coëfficiëntenopmars van Nederland.

Nederland is opgeklommen naar de zevende plaats op de UEFA-ranglijst en heeft nummer zes Portugal in het vizier. "Er is een soort realisme gekomen, we nemen het Europees voetbal serieus", begint Ten Hag. "Er is een tijd geweest waarin een aantal Nederlandse clubs en coaches het niet zo serieus namen. Zeker in de zomer, waarin we ons vaak niet goed hebben voorbereid op voorrondes voor de Champions League of Europa League. Die tegenstanders traden we dan naïef tegemoet."

Ten Hag vervolgt: "In Europa is geen enkele wedstrijd gemakkelijk, ook niet tegen de kleinere tegenstanders. Het is altijd de vraag hoe de tegenstander speelt, want die ken je vaak niet goed en daar moet je je dus in verdiepen. In die fase deden we dat als Nederlands voetbal niet goed genoeg." Volgend jaar valt het voor Nederland zwakke seizoen 2017/18 weg uit de coëfficiëntenranglijst, die altijd over de laatste vijf jaar gaat. Daardoor zullen de verschillen met de toplanden enkel kleiner worden.

Lees ook: Berghuis of Klaassen? Ten Hag over de keuze die hij moet maken

De Ajax-trainer denkt te weten waarom de Europese resultaten van Nederlandse clubs nu beter zijn dan enkele jaren geleden. "Er zijn een aantal jonge coaches gekomen die de internationale wetten van het voetbal beter begrijpen. En daarom zijn we ook wat succesvoller geworden. Of ik namen kan opnoemen? Arne Slot bijvoorbeeld, of Pascal Jansen. De komst van een aantal buitenlandse coaches, is daar denk ik ook een voorbeeld van. Letsch en Schmidt, bijvoorbeeld. Dat heeft het realisme goed gedaan."