Ronald Koeman leek met FC Barcelona zondagavond hulp te krijgen van Valencia, maar dat feest ging in de slotfase niet door. Nadat Atlético Madrid en Sevilla al punten lieten liggen in La Liga, stond ook Real Madrid lang op verliezen. De ploeg van Carlo Ancelotti wist in de slotfase echter een achterstand om te buigen door goals van Vinícius Júnior en Karim Benzema (1-2).

Het was een moeizame wedstrijd voor De Koninklijke. In de eerste helft waren amper mogelijkheden. Het enige wat gebeurde, waren drie noodzakelijke wissels. Carlos Soler, Thierry Correia en Daniel Carvajal moesten al binnen dertig minuten het veld verlaten door blessureleed. Na rust kwamen er meer kansen en golfde het spel meer op en neer. Valencia leek door een doelpunt van Hugo Duro na ruim zestig minuten met de driepunter van het veld te stappen, maar Real sloeg in de slotfase genadeloos toe. Niet voor het eerst.

Vinícius Júnior maakte vijf minuten voor tijd de gelijkmaker, waarna Benzema ervoor zorgde dat het sfeervolle Estadio Mestalla stilviel (zie onder). De thuisploeg bleef derhalve achter met nul punten, terwijl de bezoekers inmiddels eerste staan na de zege. De Madrileense grootmacht heeft na vijf wedstrijden derien punten. Stadsgenoot Atlético pakte tot dusver twee punten minder. 

Het Barça van Koeman kan nog op gelijke hoogte komen met de koploper, aangezien de Catalanen nog twee wedstrijden te goed hebben. Maandagavond staat het duel met Granada op het programma. Die wedstrijd moet niet alleen gewonnen worden om de druk op Real Madrid te houden, maar ook om de druk op zijn eigen functioneren te verlagen.