Alejandro Gomez was onomstreden bij Atalanta Bergamo, totdat hij in de clinch raakte met trainer Gian Piero Gasperini rond de Champions League-ontmoeting met FC Midjtylland. Na het voorval kwam het niet meer goed tussen de twee. Het zorgde ervoor dat de aanvallende middenvelder transfereerde naar Sevilla.

"Gasperini vroeg of ik aan de rechterkant wilde gaan spelen, maar ik vond dat ik het goed deed op links. Er waren ook nog maar tien minuten over in de eerste helft, dus ik zei nee", blikt de Argentijn terug in gesprek met La Nacion. "Ik begreep dat de coach niet tevreden was en wist dat hij me zou wisselen in de rust. Maar tijdens de pauze overschreed hij zijn limieten. Hij probeerde me fysiek aan te vallen. Dat is onaanvaardbaar."

Gomez wilde de strijdbijl begraven na het incident. "Ik vroeg meteen om een meeting met de voorzitter en ik vertelde hem dat ik graag wilde blijven bij de club. Ik zei hem dat het fout was om als aanvoerder de trainer niet te gehoorzamen, maar ik wou wel excuses van de coach. De volgende dag was er een meeting met de volledige ploeg. Ik bood mijn excuses aan bij de coach en mijn teamgenoten. Maar ik kreeg geen excuses van Gasperini. Een paar dagen later liet ik aan de voorzitter weten dat ik niet meer met hem wou samenwerken."

De voorzitter wilde hem echter niet laten gaan. De sterspeler, de smaakmaker van het team, die moest blijven. "Er brak een oorlogje uit, en voor mij betekende dat dat ik uit de selectie werd gezet. Ik moest meetrainen met de reserves. Na zeven jaar trouwe dienst... Ze hebben mij echt slecht behandeld. De voorzitter had gewoon de ballen niet om de coach om excuses te vragen", besluit de Argentijn. De trainer liet zich overigens eerder al uit over de ruzie in La Gazzetta dello Sport. "Het gedrag van Gomez, zowel op als naast het veld, konden niet meer door de beugel. De fysieke aanval kwam van hem, en zeker niet van mij."