De Nederlandse clubs zijn uitstekend begonnen aan de Europese voorrondes. Tot dusver werd er nog niet verloren, waardoor de kans bestaat dat er vijf clubs Europa ingaan. Een ongekend aantal gezien de laatste jaren. Het zorgt voor optimisme, maar Ruud Gullit ziet aan het begin van het seizoen ook een negatief punt. Nederlandse trainers in de buitenlandse topcompetities, ze zijn bijna niet te vinden. 

'Voorheen niet op de vingers van twee handen te tellen, moeten we het nu doen met Ronald Koeman, Peter Bosz en gunt VfL Wolfsburg Mark van Bommel een tweede kans. Trainers buiten Europa, zoals Bert van Marwijk, Dick Advocaat en Henk ten Cate, tel ik niet mee', schrijft de oud-voetballer in zijn column voor De Telegraaf. 'Ik vind het opmerkelijk, omdat we tegelijkertijd prat gaan op onze manier van denken, spelen en we het niveau van onze trainersopleiding heel hoog achten.'

Het afgelopen seizoen won Manchester City de Premier League, Bayern München de Bundesliga en Italië werd Europees kampioen. Successen van teams die uitgaan van de 'Hollandse School', zo ziet Gullit. 'In het buitenland scoren ze beter met ons soort voetbal dan wijzelf. Nederlandse trainers en clubs blinken vooral uit in afwezigheid op het hoogste podium. Buiten onze landsgrenzen worden we nauwelijks gezien en voor vol aangezien, terwijl je overal Duitsers, Spanjaarden en Portugezen over elkaar heen ziet buitelen.'

Dat er zo weinig Nederlandse trainers actief zijn in de top, heeft volgens de analist ook te maken met de matige prestaties van Oranje. 'Dat is toch het meest aansprekende uithangbord van ons voetbal als exportproduct. Nu moet Louis van Gaal het gaan doen. Bij zijn laatste klus bij Manchester United werd hij ontslagen en eerder stuurde Bayern München hem weg. Tussendoor deed hij het goed bij Oranje. Zijn vakmanschap staat niet ter discussie en de kwaliteiten bij de internationals evenmin. Toch geeft dat geen garantie. WK-kwalificatie is voor mij geen zekerheid. Ook niet met Louis van Gaal als bondscoach', besluit Gullit.