Kasper Hjulmand beleefde een hectisch Europees kampioenschap met Denemarken. De bondscoach zag in de eerste wedstrijd Christian Eriksen naar de grond gaan met een hartstilstand. Dat werkte nog wel een aantal wedstrijden door, erkent de oefenmeester nu.

De Denen speelden eerst de wedstrijd tegen Finland nog 'gewoon' uit na het incident, maar dat leverde een 1-0 nederlaag op. Ook het tweede duel tegen België ging verloren, al maakte de ploeg een helft lang een geweldige indruk. Dat de Denen zo goed aan die tweede groepswedstrijd begonnen, was voor Hjulmand een verrassing. In de uren voor het duel hadden veel spelers het trauma zichtbaar nog niet verteerd. "Het is voor mij nog steeds een raadsel hoe we met zoveel vuur het veld konden opstappen. Sommige spelers twijfelden toen de bus het stadion binnen reed. Anderen moesten overgeven in de kleedkamer net voor de wedstrijd."

De bondscoach maakte al een soortgelijk incident mee toen hij assistent-trainer was bij FC Nordsjaelland. Bij de Deense club zakte middenvelder Jonathan Richter destijds in elkaar tijdens een wedstrijd. Na een hartstilstand lag hij nog drie weken in coma en moest hij zijn been laten amputeren. "Zelf had ik ook nog een oom die overleed aan een hartstilstand. Meerdere spelers hadden gelijke ervaringen. Ze voelden dezelfde dingen als ik. Weet je, ik ben normaal geen dromer... Alleen de nacht voor de wedstrijd tegen België droomde ik dat er een geliefde aan het vechten was voor zijn leven en stierf in mijn armen", besluit Hjulmand bij het Deense DR.

Ondanks het incident met Eriksen wist de ploeg alsnog de knock-outfase te halen door in de laatste groepswedstrijd Rusland te verslaan. Uiteindelijk strandde het avontuur in de halve finale tegen Engeland, nadat eerder Wales en Tsjechië verslagen werden.