Met een bijzonder knullige eigen goal bracht Spanje-middenvelder Pedri het totaal aantal treffers in eigen doel tijdens dit Europees kampioenschap alweer op negen. Het zorgt voor een bijzonder feitje: al in de achtste finale van de huidige EK-campagne is het totaal aantal eigen goals op alle voorgaande EK's geëvenaard.

Verspreid over alle EK-edities werd er namelijk tot dit jaar negen keer in eigen doel geschoten. Op het EK van 2016 werd het recordaantal al verbroken met drie eigen treffers, dat wordt deze zomer keihard overtroffen. Pedri werd de negende speler die in eigen doel schoot. Eerder gingen Merih Demiral (Turkije), Wojciech Szczesny (Polen), Mats Hummels (Duitsland), Ruben Dias (Portugal), Raphaël Guerreiro (Portugal), Lukas Hradecky (Finland), Martin Dubravka (Slowakije) en Juraj Kucka (Slowakije) hem voor.

De knullige eigen treffer van Pedri speelde Spanje, in tegenstelling tot die van zijn ongelukkige voorgangers, geen parten. Spanje wist de achtste finale tegen Kroatië alsnog met 3-5 te winnen in de verlenging. De acht andere eigen goals leidden uiteindelijk een nederlaag in. Pedri speelde de bal van grote afstand terug op doelman Unai Simón, die de bal onder zijn voet liet doorgaan.

Spanje brak met de doelpuntendrift bovendien een record. Na de 5-0 zege op Slowakije volgde de 3-5 overwinning op de Kroaten. Nooit eerder was een land tijdens het EK tien keer trefzeker in twee opeenvolgende duels. Dat record stond op naam van Nederland, dat met 3-2 won van Frankrijk en het duel daarna Joegoslavië met 6-1 aan de kant schoof.