In de groepsfase slaagde Frank de Boer erin om het negatieve sentiment rond het Nederlands elftal volledig te keren. Na de dramatische uitschakeling in de achtste finale lijkt de positie van de bondscoach echter onhoudbaar. Hoe deed De Boer het in zijn vierde en laatste interland op de eindronde? FCUpdate.nl maakt de balans op over de rol van de oefenmeester tijdens het EK.

Na de foutloze groepsfase kon De Boer in alle rust zijn ploeg voorbereiden op de knock-outfase. Dat het Nederlands elftal aan de gunstige kant van het speelschema was beland, gaf hoop. Tsjechië zou wel worden verslagen, zo leek men in het Oranje-kamp te denken. De bondscoach had zijn opstelling al grotendeels ingevuld en hoefde in aanloop naar het duel in Boedapest slechts één knoop door te hakken. Met goedkeuring van het gros van de zeventien miljoen bondscoach gaf hij de voorkeur aan Donyell Malen boven Wout Weghorst.

Malen… die naam zal nog vaak genoemd worden als er wordt gesproken over de uitschakeling op het EK. Aanvankelijk leek de keuze van De Boer goed uit te pakken. De aanvaller van PSV zorgde voor dreiging en had vroeg in de tweede helft eigenlijk de 0-1 op het scorebord moeten zetten. Na de rode kaart van Matthijs de Ligt werd Malen, de gevaarlijkste man aan Oranje-zijde, echter gewisseld en vervangen door Quincy Promes. Een onbegrijpelijke wissel voor velen, al was die volgens De Boer volkomen logisch.

Pierre van Hooijdonk noemde de wissel van De Boer bij de NOS een Advocaatje, waarmee hij refereerde aan de beruchte wissel van Dick Advocaat op het EK in 2004. En hoewel er echt wel wat te zeggen valt voor de beslissing van De Boer, zal de Malen-wissel de trainer nog lang achtervolgen. De rappe aanvaller van PSV zorgde immers voor de meeste dreiging, terwijl spelers die er weinig van bakten mochten blijven staan. Bovendien pakte het Plan B na de rode kaart van De Ligt niet bepaald goed uit. Natuurlijk zou het met een man minder lastig worden tegen Tsjechië, maar de wedstrijd had niet zo makkelijk uit handen gegeven hoeven worden.

Na de wedstrijd gaf De Boer nog aan dat hij vond dat het Nederlands elftal niet eens zo slecht had gespeeld, maar dat er geen enkel schot op doel werd gelost spreekt dat tegen. Voor De Boer is het nu tijd voor bezinning. Is hij nog wel de juiste man om het Nederlands elftal te leiden? En mocht hij die vraag met een 'ja' beantwoorden, moet er worden afgestapt van het 5-3-2-systeem waarin Oranje in de eerste echte test meteen faalde?