Voor Marten de Roon was de 2-0 overwinning met Oranje op Oostenrijk een bijzonder duel. Niet alleen omdat Nederland zich daarmee als groepswinnaar voor de achtste finale plaatste, maar ook omdat hij zelf zijn 25e interland speelde. Op het persmoment van vrijdag reageerde hij - zoals altijd met de nodige zelfspot - op die statistiek.

"Je zou kunnen zeggen: 'Als De Roon het kan, kan iedereen het'", werd een lachende De Roon daags na zijn 25e interland geciteerd door Voetbal International. "Ik heb na afloop wel een paar mooie woorden gesproken in de kleedkamer. Dat ik heel trots ben op die 25 caps en vooral omdat ik de 25e tijdens het EK mocht spelen en doordat ik het met deze groep bereikt heb."

De Roon maakte sinds zijn debuut onder Ronald Koeman in 2016 de wederopstanding van Oranje mee, na afwezigheid op de laatste twee eindtoernooien. "Dat was het begin van The New Wave", blikte hij terug. "Daarna hebben we als groep steeds grote stappen gezet. Het voelt als een voorrecht hiervan deel uit te mogen maken. Als ik kijk hoe we met elkaar omgaan, de manier waarop we werken en hoe nieuwe spelers worden opgevangen, vind ik dat heel mooi."

Nu Nederland al zeker is van de achtste finale, is de vraag of er tegen Noord-Macedonië spelers gespaard moeten worden. "Ik vind dat je best wat kunt wisselen. Dat hoeft niet iedereen te zijn. Het belangrijkste is dat de instelling wel hetzelfde is als in de eerste twee wedstrijden", vindt De Roon zelf. Of de middenvelder - die op scherp staat - zelf gespaard moet worden? "Dat is aan de trainer. Het is wel zo dat ik met geel op zak iets anders speel. Dan moet je echt oppassen. Tegelijk: het zorgt ook dat je scherp bent. Dan stap je misschien minder snel in bijvoorbeeld."