Marten de Roon sprak dinsdagmiddag op de persconferentie over zijn rol in het huidige Oranje. Aanleiding was een uitspraak van ploeggenoot Georginio Wijnaldum, die hem als een van de leiders van de ploeg zag. Desgevraagd vertelde De Roon wat zijn rol in de kleedkamer precies inhoudt.

"Ik durf dingen te zeggen, maar ben ook iemand die veel observeert", begon De Roon naar aanleiding van de opmerking van Wijnaldum. "Soms wil ik mensen helpen of merk ik dingen op aan de jongens zelf. Wat speelt er? Waar moeten ze op letten? Die rol wordt gewaardeerd door mijn teamgenoten. Ik vind het leuk om te horen dat Georginio zoiets zegt. Met je leeftijd en de dingen die je hebt meegemaakt, kun je op zo'n manier behulpzaam zijn voor het team."

Dat De Roon bij de uiteindelijke selectie hoorde, was voor hem geen grote verrassing. "Ik hoor de afgelopen drie jaar al vraagtekens en twijfels rond mijn positie", lachte hij. "De staf geeft me een ontzettend goed gevoel, het gevoel dat ik gewaardeerd word en altijd de kans heb om te spelen. Ik denk dat het zaak is om te blijven presteren en het te blijven laten zien, maar ik heb altijd vertrouwen gehad vanuit de staf." 

Dat bleek ook toen bondscoach Frank de Boer aankondigde tegen Schotland in een 5-3-2-formatie te gaan spelen, waarbij hij een basisplaats voor De Roon vast verklapte. Vanuit Atalanta is hij zeer vertrouwd met het systeem. "Voor een middenvelder geeft het iets meer dekking, iets meer zekerheid. Je hebt een extra man in je rug. Je staat iets meer solide. In verdedigend opzicht is het voor de tegenstander moeilijker om doorheen te komen. Daarin voel je je wat zekerder om sneller en agressiever uit te stappen. Maar ook in aanvallend opzicht kunnen ruimtes vallen en kunnen spelers in hun kracht komen."

Lees ook: De Boer moet eerste keeper nog kiezen; 5-3-2 tegen Schotland