Cristiano Ronaldo mag dan met Juventus een teleurstellend jaar achter de rug hebben, persoonlijk beleefde hij een sterk seizoen. De 36-jarige Portugees bleef in de slotwedstrijd tegen Bologna (1-4 overwinning) negentig minuten op de bank, maar had het duel niet meer nodig om zeker te zijn van Capocannoniere.

Sinds zijn overstap naar Juventus in 2018 greep hij twee keer naast de topscorerstitel, maar driemaal blijkt scheepsrecht. Met 29 treffers was hij dit seizoen de beste schutter in de Serie A. Omdat hij zich eerder al tot topscorer in de Premier League en La Liga kroonde, leidde het tot een opvallende primeur. Nooit eerder werd een speler topscorer in drie Europese topcompetities.

In 2007/2008 was hij namens Manchester United de meest productieve speler van de Premier League, door 31 keer raak te schieten. Dat lukte hem ook driemaal voor Real Madrid in La Liga. Het seizoen 2014/2015 was met afstand zijn beste jaar. Destijds liet hij het net 48 keer bollen, nog altijd een persoonlijk record. Ook in 2010/2011 (40) en 2013/2014 (31) had hij het vizier op scherp staan. Ronaldo slaagde er dus bovendien in om in drie decennia topscorer te worden.

Ook eeuwige rivaal Lionel Messi was dit seizoen ouderwets in vorm. Met 31 goals kroonde hij zich alweer voor de vijfde keer op rij tot topscorer van La Liga.