Pascal Jansen ging met AZ afgelopen zondag onderuit tegen Ajax, dat door de 2-0 overwinning officieus landskampioen werd. Een dramatische dag werd het echter niet voor de coach. De trainer stelde vast dat zijn team aardig mee kon komen met de koploper en genoot verder van het spel van enkele Ajacieden.

Jansen merkte dat Nicolás Tagliafico, Lisandro Martínez en Edson Álvarez bij Ajax een onoverwinnelijke indruk maakten. Het is het gif van de Latino's dat enorm van waarde is voor een ploeg, weet Jansen. "Dan ben je wel de trainer van de tegenstander, maar daar kan je nog steeds van genieten hoor", reageerde hij vrijdag bij het Algemeen Dagblad. De coach zag Álvarez imponeren met een blok op de doellijn. "Als je ziet hoe hij zijn hele lichaam inzet om die bal te onderscheppen, dan is het bewonderenswaardig hoe hij even later nog opstaat. Het zijn interessante dingen die je meeneemt als trainer. Ik heb bij PSV ook gewerkt met Santiago Arias en Héctor Moreno. Die hadden datzelfde gif. Het zit bij hen iets meer in hun natuur."

In dat licht bekeken is het opmerkelijk dat AZ al jaren niet meer scout in Midden- en Zuid-Amerika. "Dat is een beleidsmatige keuze, maar daarmee zeg ik niet dat we daar nooit kijken. Als we op een interessante speler stuiten kunnen we nog altijd actie ondernemen. En het hoeft ook niet per se een speler uit dat gebied te zijn", weet Jansen. Als voorbeeld noemt hij rechtsback Jonas Svensson.

Overigens zal AZ in de laatste fase van het seizoen nog flink in de bus moeten blazen om nog twee te worden. De achterstand op PSV bedraagt drie punten met nog vier duels te gaan. Kan het nog voor AZ? "Ik sta daar zeker positief in, want bij mij is het glas altijd halfvol", zegt Jansen. "We zijn alleen niet meer afhankelijk van onze eigen prestaties. Als we alle vier de wedstrijden winnen zijn we nog afhankelijk van PSV."

Zaterdag gaat AZ op bezoek bij RKC Waalwijk.