Wederom is het Manchester City gelukt om de League Cup te winnen. De koploper van de Premier League was zondag in de finale op Wembley met 1-0 te sterk voor Tottenham Hotspur. De enige treffer viel in de slotfase en kwam op naam van Aymeric Laporte.

Ook op Wembley mochten zondag weer supporters aanwezig zijn en de sfeer was daardoor uitstekend in het stadion. De aanwezige fans zagen dat Manchester City, dat vorige week nog uit de FA Cup geknikkerd werd door Chelsea, de overhand had in de wedstrijd. De grootste kansen waren dan ook voor de ploeg van Pep Guardiola. Raheem Sterling kreeg na goed terugleggen van Phil Foden al snel een goede kans, maar zag zijn inzet gekeerd worden door een verdediger. Ook de tweede grote kans was voor City. Foden nam het heft ditmaal zelf in handen en pegelde tegen de paal.

Ook na rust was Manchester City de betere ploeg. Het had veel meer balbezit dan de tegenstander en kreeg ook veel meer kansen. Bij Tottenham was Harry Kane razendsnel klaargestoomd na een enkelblessure, maar ook hij kon het verschil niet maken. De spits zag een inzet van Riyad Mahrez nog knap gered worden door Hugo Lloris, maar moest daarna met zijn ploeg alsnog capituleren. Acht minuten voor tijd kwam verdediger Laporte goed van de grond na een corner van Kevin De Bruyne en zodoende kopte hij raak. Die klap kwam Tottenham niet meer te boven. Ook Steven Bergwijn, die in blessuretijd werd ingebracht, kon het tij niet keren. Recht op meer had Tottenham ook niet. Het kwam in negentig minuten namelijk niet verder dan één doelpoging.

Zodoende pakte Ryan Mason in zijn tweede duel als trainer van Tottenham dus niet meteen een prijs. De club wacht bovendien al erg lang op zilverwerk: in 2008 werd er voor het laatst iets gewonnen. Dat was destijds ook de League Cup. Die prijs is de laatste tijd de grote vriend van Manchester City. De grootmacht is voor het vierde jaar op rij de beste in het tweede bekertoernooi van Engeland.