Na de Johan Cruijff Schaal en de KNVB Beker is Lisandro Martínez hard op weg om met Ajax de derde prijs uit zijn carrière te pakken.Voor Het Parool was dat de aanleiding om de Argentijn uitgebreid te spreken, onder meer over zijn tijd in Amsterdam. "Ik weet nog precies wanneer Ajax bij mij kwam."

"Dat was in het geweldige jaar in de Champions League, rond de wedstrijden tegen Juventus", herinnerde de verdediger zich. "Scout Henk Veldmate was in Argentinië en wilde mij beter leren kennen. We hebben elkaar gesproken, eerst over persoonlijke zaken en daarna over voetbal. Toen wilde ik niks meer weten van andere clubs. Ik wilde naar Ajax."

Die stap maakte hij in de zomer van 2019. Het seizoen dat volgde zou hij niet als verdediger, maar vooral als middenvelder spelen. Dit seizoen is hij met de doorbraak van Ryan Gravenberch echter weer naar achteren geschoven, waar hij moest concurreren met Nicolas Tagliafico en Daley Blind. Een concurrentiestrijd die hij in eerste instantie verloor.

"Het is onderdeel van het spel", vertelde Martínez over die tijd. Hij baalde van zijn reserverol, maar respecteerde de keuze van de trainer. "Ik was klaar voor dit gevecht. Ik ben al vanaf mijn veertiende onderweg, heb het grotendeels alleen moeten doen. Dat was moeilijk, maar het is wat je moet doorstaan om te groeien. Die jaren zitten altijd in mijn hoofd als ik op het veld sta. Het geeft me iets extra's."

Hoewel de positie van centrale verdediger in het Ajax-systeem niet de makkelijkste is, bevalt de speelstijl Martínez goed. "Je moet constant druk naar voren zetten. De tegenstander opvangen rond je eigen strafschopgebied is eenvoudiger, maar het is leuk om met risico te spelen. Kenmerkend voor Ajax. Thuis in Argentinië is het voetbal wat agressiever. Hier gaat de bal sneller rond. Ook dat spel kan ik goed spelen."