Internazionale heeft zondagavond maar amper geprofiteerd van de nederlaag van Juventus. De ploeg van Antonio Conte kende een zware wedstrijd op bezoek bij Napoli, dat het met een eigen goal van keeper Samir Handanovic – na een botsing met Stefan de Vrij – ook nog eens in het zadel hielp. Door een fraaie goal van Christian Eriksen werd een nederlaag in elk geval afgewend (1-1). 

Daarmee loopt het weliswaar uit op titelhouder Juventus, wiens hegemonie doorbroken wordt na tien seizoenen. Maar achtervolger AC Milan loopt wel twee puntjes in, omdat de stadgenoot eerder vandaag (zondag) moeizaam won van Genoa. Moeizaam ging het bij Internazionale ook vrijwel negentig minuten, al had het na de gelijkmaker van Eriksen tien minuten na de thee wel de betere kansen.

Bij de 1-0 voor Napoli was De Vrij al ongelukkig met de botsing met Handanovic en leek vlak voor tijd helemaal de schlemiel te worden. De centrale verdediger beging een harde sliding in zijn eigen zestienmetergebied en de VAR riep arbiter Daniele Doveri naar de kant, maar hij vond de tackle op de bal: géén pingel. Even daarvoor was Inter ook al ontsnapt aan een tegengoal toen Matteo Politano op de lat schoot.

In de laatste zes duels in de Serie A staat Internazionale nog tegenover Hellas Verona, hekkensluiter Crotone, Sampdoria, AS Roma, Juventus en Udinese. Met een voorsprong van negen punten op AC Milan kan de formatie van Conte in eigen huis tegen AS Roma de Serie A-titel officieel bekrachtigen. Eerder zal Juventus officieel weten dat het voor het eerst sinds jaren de Italiaanse landstitel niet zal pakken.