Celta de Vigo en Sevilla hebben een waar voetbalfeest gemaakt van hun onderlinge wedstrijd op de maandagavond. In een bloedstollend gevecht met liefst zeven doelpunten trokken de Andalusiërs aan het langste eind: 3-4. Luuk de Jong kreeg als invaller een halfuur speeltijd.

Sevilla maakte acht dagen geleden de strijd om de Spaanse titel nog een stukje spannender door koploper Atlético Madrid met 1-0 te verslaan. Het enige doelpunt van de wedstrijd viel toen in de zeventigste minuut. In het Estadio Balaídos was er maandag al zes keer gescoord toen de slotfase van wedstrijd aanbrak.

Jules Koundé opende na zeven minuten het doelpuntenfestijn door uit een corner van Marcos Acuña raak te koppen. De verdediger van Sevilla was ook bij het tweede doelpunt van de avond betrokken, maar dan in negatieve zin. Na een overtreding van Koundé in het strafschopgebied maakte Iago Aspas er vanaf de strafschopstip 1-1 van. De clubtopscorer zette zijn ploeg vlak daarna ook voorsprong door toe te slaan in de counter.

Daar bleef het niet bij in de eerste helft. Eerst kwam Sevilla op gelijke hoogte door een doelpunt van Fernando (aangeraakt schot), vervolgens zette Brais Méndez (stift) de 3-2 op het scorebord. Na rust kwam het toch nog goed voor Sevilla, dat Champions League-voetbal bijna niet meer kan ontgaan. Ivan Rakitic tekende na een uur voor de gelijkmaker en nadat De Jong binnen de lijnen was gekomen, maakte mede-invaller Papu Gómez er een kwartier voor tijd 4-3 van.