Toernooidirecteur Gijs de Jong is enorm enthousiast over het nieuws dat de KNVB en de overheid tot een akkoord zijn gekomen over het toelaten van minimaal twaalfduizend supporters bij de EK-duels in de Johan Cruijff Arena. "Geweldig dat we op koers liggen voor een EK met publiek", reageert De Jong.

Dat deed hij naar aanleiding van het nieuws dat woensdagmiddag naar buiten kwam. "Dit is een historisch toernooi, waar Nederland deel van uitmaakt. Daar hoort gewoon publiek bij te zijn", zei De Jong. "Fantastisch dat de minister en de burgemeester van Amsterdam er ook vertrouwen in hebben dat een EK met publiek in juni op een veilige, verantwoorde én feestelijke manier kan plaatsvinden. We kijken ernaar uit 12.000 toeschouwers in de Johan Cruijff ArenA te ontvangen, maar beseffen dat het coronavirus onvoorspelbaar is en er geen garanties zijn. We blijven echter goede hoop houden dat de situatie in juni zodanig verbeterd is, dat er zelfs meer toeschouwers bij kunnen zijn."

Lees ook: Seinen officieel op groen: 12.000 fans bij EK-duels in Amsterdam

Ook demissionair minister Tamara van Ark, van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, is opgetogen over het akkoord. "We kijken er allemaal naar uit dat er weer meer kan. Bij het EK voetbal hopen we natuurlijk allemaal op publiek in het stadion. In samenwerking met de KNVB en de gemeente Amsterdam kijken we hoe er op een veilige en verantwoorde manier publiek bij de wedstrijden van het Nederlands elftal kan zijn. De kennis opgedaan bij de fieldlabs en pilots helpt hierbij en uiteraard blijft de epidemiologische situatie leidend bij de vraag hoeveel publiek aanwezig kan zijn."

De Johan Cruijff Arena is een van de twaalf onderkomens voor drie groepsduels en een wedstrijd in de knock-outfase en daarbij is normaliter dus minimaal ruim eenvijfde van het stadion gevuld. Er moet nog wel een heel klein voorbehoud worden gemaakt, want als de situatie in Nederland wat corona betreft heel erg verslechtert, dan zou dat aantal nog naar beneden bijgesteld kunnen worden, zo is afgesproken door de KNVB, het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de gemeente Amsterdam gemaakt. Bij gunstige ontwikkelingen kan dat aantal overigens ook nog omhoog worden gehaald.