Frenkie de Jong deelde woensdagavond in de malaise van het Nederlands elftal. De 23-jarige middenvelder slaagde er niet in Oranje op sleeptouw te nemen, waar hij zelf erg van baalde. Na afloop van de verloren wedstrijd tegen Turkije (4-2) was De Jong kritisch op zijn eigen spel en het ontbreken van de VAR.

De Jong begon nog aardig aan de wedstrijd, maar kwam na het openingsdoelpunt van Burak Yilmaz weinig in het stuk voor. "Na die 1-0 van hen was ik niet dominant genoeg meer en heb te weinig gedaan om mijn team te helpen", keek De Jong in gesprek met De Telegraaf in de spiegel.

Oranje kon bij een paar momenten de hulp van de VAR goed gebruiken, maar de WK-kwalificatiecyclus wordt zonder video-arbitrage gespeeld. Sommige landen kunnen zo'n systeem niet betalen. "Ik vind dat echt onzin. Sommige landen hebben minder geld, maar daar hoeven dan wij toch niet onder te lijden? Het gaat er toch om dat het spel zo rechtvaardig mogelijk is?"

Lees ook: 'Turkse bond koos ervoor geen doellijntechnologie te installeren'

De Jong maakte in Istanboel een vermoeide indruk, al wil hij zijn mindere optreden niet wijten aan vermoeidheid. "Maar een dagje meer rust scheelt veel. Ik speelde zondag laat nog een uitwedstrijd en was half vier 's nachts pas thuis in Barcelona. Toch moest ik de volgende dag al om 1 uur bij Oranje zijn. Dan train je een keer half en een dag later volledig voordat je alweer hier naar toe vliegt."

Lees ook: Oranje op rapport: schaamrood op de kaken na afgang in Istanbul