Liverpool heeft het bereiken van de kwartfinale van de Champions League een goed vervolg gegeven door maandagavond de competitiewedstrijd tegen Wolverhampton Wanderers winnend af te sluiten. Diogo Jota maakte uitgerekend het enige doelpunt van de wedstrijd. De overwinning van The Reds werd overschaduwd door een zware hoofdblessure van Rui Patrício.

Het verhaal van Liverpool is bekend: in de Premier League valt het team van trainer Jürgen Klopp enorm tegen. Titelprolongatie zit er al lang niet meer in, maar het is ook nog maar de vraag of Liverpool zich gaat plaatsen voor de Champions League. Opvallend is dat het team van trainer Jürgen Klopp vooral op eigen terrein behoorlijk tegenvalt. Anfield was lange tijd een onneembare vesting, maar vorige week leden The Reds tegen Fulham alweer de zesde thuisnederlaag op rij.

Tegen Wolverhampton Wanderers startte Liverpool met dezelfde spelers die afgelopen week in de return tegen RB Leipzig (2-0 winst) aan de aftrap verschenen. In een eerste helft met niet al te veel kansen nam Liverpool vlak voor rust de leiding. Uitgerekend Diogo Jota opende de score. De oud-speler van Wolves schoot in de blessuretijd van de eerste helft op aangeven van Sadio Mané de 0-1 binnen.

Liverpool leek vlak voor tijd op 0-2 te komen via Mohamed Salah, maar het doelpunt van de Egyptische aanvaller werd afgekeurd vanwege buitenspel.  Bij die aanval raakte Wolves-doelman Patrício zwaar geblesseerd. De Portugese keeper bleef met een hoofdblessure op het veld liggen en werd na een lange behandeling binnen de lijnen met een brancard van het veld gedragen.

Door de zege heeft Liverpool een sprong op de ranglijst van plek acht naar zes gemaakt. Wolverhampton Wanderers is terug te vinden op de dertiende plaats.