Joachim Löw neemt na het komende EK voetbal afscheid van zijn bondscoachschap bij de Duitse nationale ploeg. Dat laat de bond weten via Twitter. Löw had nog een contract tot het einde van 2022, maar heeft zelf besloten na het Europees kampioenschap te vertrekken.

Löw trad in 2006 in dienst als bondscoach van Duitsland, nadat hij de twee jaar daarvoor als assistent had gewerkt voor Die Mannschaft. Het grootste succes vierde Löw in 2014, toen hij Duitsland naar de wereldtitel leidde in Brazilië. In de halve finale was Duitsland met 1-7 te sterk voor het gastland. Op het EK van 2008 greep hij naast het eremetaal: in de finale was Spanje te sterk.

De laatste jaren nam de kritiek op Löw langzaam toe. In 2018 werd hij al in de groepsfase van het WK uitgeschakeld, een jaar nadat hij de Confederations Cup op zijn naam had geschreven. Löw besloot zijn elftal na de blamage flink te renoveren. Hij koos voor een flink verjongd elftal, wat ten koste ging van spelers als Jerome Boateng en Thomas Müller.

"Ik zet deze stap heel bewust, vol trots en enorme dankbaarheid, maar blijf tegelijkertijd enorm gemotiveerd voor het komende EK", laat Joachim Löw weten op de website van de Duitse bond. "Trots, want voor mij is het iets heel speciaals en een eer om betrokken te zijn bij mijn land. En omdat ik bijna 17 jaar met de beste voetballers van het land heb gewerkt en hen heb ondersteund in hun ontwikkeling. Ik heb grote triomfen behaald met hen en pijnlijke nederlagen, maar vooral veel prachtige en magische momenten. Ik ben en zal de DFB dankbaar zijn, die mij en het team altijd een ideale werkomgeving heeft geboden."

Mogelijk keert Löw terug als hoofdtrainer bij een club. Die functie vervulde hij in het verleden al onder meer bij VfB Stuttgart, Fenerbahce, Karlsruher en FC Tirol.