De OranjeLeeuwinnen hebben de eerste zege van 2021 binnen. De ploeg van Sarina Wiegman kwam in de eerste interland van dit kalenderjaar alleraardigst voor de dag tegen België, dat met een 1-6 nederlaag niet eens mocht klagen. De voorbereiding op de Olympische Spelen komende zomer zijn tegen de nummer zeventien van de wereldranglijst dus uitstekend begonnen.

Met veelal de bekende namen – hoogstens met uitzondering van Anniek Nouwen en Lynn Wilms achterin – begon Oranje de voorbereiding op de uitgestelde Olympische Spelen in Brussel donderdagavond. Met de nederlaag tegen de Verenigde Staten eind vorig kalenderjaar als huiswerk oogde de ploeg van Wiegman, die de vorige interlandperiode vanwege privé-omstandigheden nog ontbrak maar in België weer terugkeerde op de bank, fris en fruitig, maar in de eerste helft te weinig effectief.

Alleen Miedema was na ruim een half uur op het scorebord gekomen en dat was een te magere afspiegeling van het overwicht dat de Leeuwinnen hadden. In het tweede bedrijf leek hetzelfde laken en pak te worden, maar Jill Roord maakte na een enorme misser dan toch alsnog snel de tweede van de avond. Daarmee was de ban gebroken en een kwartier later stond de Oranje-teller via Stefanie van der Gragt (kopbal) en Lieke Martens (afstandsschot, zie onder) al op vier. 

Dat België tussendoor met een knappe kopbal wat terug had gedaan namens de Belgen, was slechts een goal voor de statistieken. Dat was treffer van Danielle van de Donk – na een heerlijke hakbal van invalster Victoria Pelova – ook: met haar 25ste interlandgoal is Van de Donk nog vijf doelpunten verwijderd van de top-vijf van alltime doelpuntenmakers. Plek vijf wordt ingenomen door Sylvia Smit, met 30 doelpunten in 106 interlands. Renate Jansen staat op die ranglijst nog veel lager, maar zorgde met haar vierde interlandgoal wel voor een fraai slotakkoord.