AC Milan blijft de koploper van de Serie A. De Italiaanse topclub herpakte zich na de nederlaag tegen Juventus van vorige week door met 2-0 te winnen van Torino. Daarbij was een hoofdrol weggelegd voor de scheidsrechter, die liefst negen gele kaarten trok. Zlatan Ibrahimovic zat voor het eerst in anderhalve maand weer bij de wedstrijdselectie, maar kwam pas na 85 minuten in de ploeg. De doelpunten waren toen al gemaakt door Rafael Leao en Franck Kessie.

Het was pas de eerste echte kans voor de thuisploeg: Leao was na 25 minuten voetballen het eindstation van een goede combinatie van de ploeg. Hij betrad de zestien en schoof de bal de linkerhoek in. Ook het tweede grote gevaar - dit keer van elf meter - was raak. Een overtreding op Brahim Diaz werd in eerste instantie nog genegeerd, maar na ingrijpen van de VAR kwam de bal alsnog op de stip te liggen. Kessie legde aan en plaatste de bal keurig in de rechterhoek, waar de doelman naar links dook. 

Zo stond de eindstand van 0-2 al na 36 minuten op het scorebord. Waar er verder geen doelpunten meer vielen, stond de wedstrijd vooral in het teken van de vele gele kaarten die scheidsrechter Fabio Maresca graag leek te trekken. Liefst negen spelers ontvingen geel, waarvan zeven voor de Rossoneri. Zo ging ook doelpuntenmaker Leao op opmerkelijke wijze op de bon. Hij ontving geel na een zo beoordeelde schwalbe rond de middenlijn, waardoor hij er volgende week tegen Cagliari niet bij is. Het is hopen dat Ibrahimovic dan zijn plek kan overnemen. De Zweed speelde voor het eerst sinds zijn kuitbeenblessure weer tien minuten mee.

AC Milan blijft zo koploper en komt op veertig punten te staan. Internazionale, de grootste concurrent, komt morgen (zondag) in actie tegen nummer drie AS Roma. Bij winst kan Inter op één punt komen, bij verlies staat Milan vier punten los van beide achtervolgers.