Juventus heeft AC Milan woensdagavond de eerste nederlaag van dit Serie A-seizoen bezorgd. De Oude Dame rekende in het hol van de leeuw af met de nog ongeslagen koploper, mede door twee goals van Federico Chiesa (1-3). Ondanks het verlies staan de Milanezen nog altijd aan kop van Italië, terwijl Juve met deze zege een absolute crisis voorkomt.

De Argentijn legde de bal met een fraaie hakbal panklaar voor Federico Chiesa, die vervolgens prima raak schoot. Juist in de fase dat de ploeg van Andrea Pirlo wat meer de overhand had, was AC Milan – nog altijd zonder Zlatan Ibrahimovic – in de counter succesvol. Adrien Rabiot werd van de bal gezet en vervolgens legde Rafael Leao de bal keurig terug op Davide Calabria. De normaliter verdediger speelde eenmalig als middenvelder en betaalde dat vertrouwen terug met een goal: 1-1. 

Het gaf AC Milan veel meer vertrouwen, want de ploeg van Stefano Pioli startte het tweede bedrijf veel sterker dan Juventus. Toch was het opnieuw de Oude Dame dat de voorsprong nam: Chiesa schoot met links bekeken de tweede van de avond tegen de touwen (1-2). Het was een goal die Pirlo en zijn mannen meer dan broodnodig hadden, want het gaf de ploeg het nodige vertrouwen. Nadat eerst Gianluigi Donnarumma nog een fraaie redding in huis had op een poging van Weston McKennie, was de Amerikaan vervolgens na een fraaie actie van Dejan Kulusevski alsnog trefzeker: 1-3.

Het betekende de beslissing in de Serie A-kraker en bovendien het einde van de ongeslagen reeks van 27 (!) wedstrijden in de Serie A van AC Milan. Ondanks het verlies blijft die club nog wel aan kop, maar dit verlies doet ongetwijfeld pijn in Milaan. Voor Juventus is het een welkome opsteker, waarmee het bovendien weer naar de vierde plaats op de ranglijst stijgt. Genoeg is het niet, maar een welkome winst is het zeker voor Pirlo.