Atlético Madrid heeft zich woensdagavond geblameerd in de Copa del Rey. De koploper van de Primera Division ging in de tweede ronde op bezoek bij Cornellà, uitkomend op het derde niveau (!) van Spanje, pijnlijk onderuit (1-0). Zodoende zit het avontuur in de Spaanse beker er alweer op en kan de nummer één van La Liga zich richten op die competitie. 

In de competitie en de Champions League ging het dit seizoen van een leien dakje voor de Madrilenen, maar in de Copa del Rey kwam er na de probleemloze 0-3-zege op Cardassar opeens een harde tik. Zonder Luis Suárez (hij kreeg rust), maar met veel andere vaste krachten trad Atlético in een iets andere opstelling aan. Toch stond er met Saúl, Vitolo, Joao Félix en Ángel Correa nog genoeg kwaliteit op het veld om 'gewoon' te winnen.

Zij konden echter niet voorkomen dat Adrián Jiménez al na zeven minuten een vrije trap verlengde en de thuisploeg verrassend op voorsprong schoot. De problemen werden na een uur voetballen nog groter voor Atlético, nadat Ricard Sánchez met zijn tweede gele en dus rode kaart van het veld gestuurd werd bij de ploeg van Simeone.

Lees ook: Sevilla en Villarreal laten zich niet verrassen

Met een man minder kwam Atlético de achterstand niet meer te boven tegen de nummer acht van de Segunda Division B – dat afgelopen weekend nog verloor van FC Barcelona B. Het eerste team van Atlético Madrid werd echter wel verslagen, waardoor Los Rojiblancos zich kan richten op de titelstrijd in La Liga, waarin het momenteel de beste papieren heeft. In de Champions League wacht Chelsea Simeone en zijn mannen.