Ernest Faber stond in 2020 nog enkele maanden voor de groep bij PSV, na het ontslag van Mark van Bommel. Was aan hem om de ploeg weer uit het slop te trekken en dat lukte enigszins, tot het coronavirus in maart roet in het eten gooide. Toch kijkt de coach, die nu weer in de jeugdopleiding werkt, met een goed gevoel terug.

Hij is benieuwd waar het had kunnen eindigen als hij het seizoen kon afmaken. "Ik denk dat we nog hadden kunnen verrassen met PSV. Die vierde plek was denk ik niet ons eindstation geweest. Er zat meer in", analyseert Faber bij het Eindhovens Dagblad. "Maar op dat moment, met grote onrust over corona, was sport van ondergeschikt belang. Ik heb daar altijd begrip voor gehad. We hadden in maart gevoelsmatig de zaak op de rit en de resultaten verbeterden. Niet dat we nou de pannen van het dak speelden, maar we wonnen lastige wedstrijden omdat we bereid waren om gewoon weer samen te werken. Van daaruit verbeterden we ons spel."

De druk vanuit de media en de onrust onder de fans zorgden niet voor extra druk op Faber. "Druk leg ik mezelf wel op. Als je bij PSV bent opgegroeid, weet je ook niet beter. Je moet winnen en goed voetbal spelen. Zo niet, dan is er altijd wel iets niet goed voor de buitenwacht. PSV gaat voor het hoogste en het beste, dus dat is ook logisch."