AC Milan heeft zondagavond ternauwernood zijn eerste nederlaag van het seizoen voorkomen. In het eigen San Siro keek de ploeg van trainer Stefano Pioli zonder topschutter Zlatan Ibrahimovic na 56 minuten spelen tegen een 0-2 achterstand aan. Dankzij twee treffers van Theo Hernández werd er in extremis toch nog een puntje gepakt door de Milanezen.

Binnen een kwartier keek Milan al verrassend tegen een achterstand aan. Op aangeven van routinier Gervinho maakte Hernani er namelijk 0-1 van in San Siro. Daarna leek de gastheer wakker te zijn en werd er fanatiek gejaagd op de gelijkmaker. Samuel Castillejo dacht de 1-1 op zijn naam te krijgen, maar zijn treffer werd na ingrijpen van de VAR afgkeurd vanwege buitenspel. In de slotfase van de eerste helft hielp het houtwerk Parma een handje. Brahim Díaz en Hakan Calhanoglu (2x) raakten de lat.

Ook na de thee zag Calhanoglu nog een poging uiteenspatten op het aluminium. Aan de overkant had Parma-middenvelder Jasmin Kurtic meer geluk. Hij verschalkte doelman Gianluigi Donnarumma en zette zo de 0-2 op het scorebord. Lang kon Parma echter niet van dit doelpunt genieten. Hernández knikte namelijk fraai raak uit een hoekschop en bracht Milan terug in de wedstrijd. Pas in blessuretijd viel vervolgens de gelijkmaker. Opnieuw was Hernández de gevierde man. Hij maakte vlak voor tijd de 2-2.

Milan is na elf speelrondes nog altijd de trotse koploper van de Serie A, al zijn achtervolgers Internazionale, SSC Napoli, Juventus, Sassuolo en AS Roma wel dichterbij gekomen. Zij wisten dit weekeinde namelijk wel te winnen. Milan heeft dankzij het gelijkspel 27 punten bij elkaar gesprokkeld. Aartsrivaal Inter volgt op de tweede plaats en heeft momenteel drie punten minder dan de stadgenoot.