Grote zorgen voor het FC Barcelona van Ronald Koeman. De Catalanen gingen ten onder in een levendig duel met Atlético Madrid (1-0) en hebben al een behoorlijke achterstand op de topploegen van La Liga. Het gat met koplopers Atlético en Real Sociedad is na acht duels al negen punten. En ook het spel en de aanvallende onmacht biedt weinig houvast.

Met Frenkie de Jong als controleur en Sergino Dest op de bank, moesten de mannen van Ronald Koeman eigenlijk winnen in Madrid om niet verderop in de titelstrijd te geraken. Ook voor Atlético waren de belangen groot. Een overwinning zou hen medekoploper maken.

Het resulteerde in een levendig duel, waar Marcos Llorente de lat raakte namens Atlético en Barcelona-spits Antoine Griezmann – spelend tegen zijn oude club – ook bijna voor de openingsgoal zorgde. Die kwam uiteindelijk pal voor rust op naam van Yannich Carrasco, die profiteerde van Catalaans geschutter. Pique, die later geblesseerd uitviel, verspeelde de bal met een slechte aanname en Carrasco was eerder bij de bal dan Marc-André Ter Stegen: 1-0.

De goal noopte Barcelona tot aanvallen, maar kansen kreeg het nauwelijks. Clement Lenglet had de grootste kans, maar Jan Oblak stond op de goede plek om de matig geplaatste kopbal te keren. Carrasco verzuimde op zijn beurt om het duel in de slotfase te beslissen. Dat liet hij na, maar desondanks werd de Belg de matchwinner.

Barcelona staat op een zeer, zeer teleurstellende tiende stek. De druk op de onzichtbare Lionel Messi, Ronald Koeman en consorten zal alleen maar toenemen. Donderdag wacht Dynamo Kiev in de Champions League.