Manchester City is er zondag niet in geslaagd om in te lopen op Liverpool. De kraker tegen Liverpool eindigde zondag onbeslist en met name in het kamp van de thuisploeg zal dat voelen als een verlies, omdat Kevin De Bruyne een strafschop miste. Bovendien blijft het voorlopig in het rechterrijtje van de Premier League staan, terwijl Liverpool bovenin blijft, nog wel achter de nieuwe koploper Leicester City

Een blik op de ranglijst zei vooraf voor Manchester City genoeg voor het duel met Liverpool: er moest worden gewonnen. Met slechts elf punten uit de eerste zes duels stond de sterrenploeg van Guardiola diep in het rechterrijtje en om niet verder achterop te raken in de titelstrijd, was een zege meer dan nodig. Helemaal na het teleurstellende vorige seizoen waarin Liverpool veel te sterk was geweest in de titelstrijd. 

Ondanks dat vijf van de laatste zes officiële duels werden gewonnen door The Citzens, kwam het ook tegen Liverpool op achterstand. Jürgen Klopp had in zijn opstelling plek voor én Robert Firmino én de Diogo Jota, de man in vorm van The Reds. Samen met Mohamed Salah en Sadio Mané vormden zij de voorhoede en laatstgenoemde ging na een klein kwartier over het been van Kyle Walker. Salah legde vervolgens vanaf elf meter succesvol aan: 1-1.

Lang kon Liverpool niet van de voorsprong genieten in de eerste helft, waarin het tempo extreem hoog lag. Gabriel Jesus trok na een half uur de stand namelijk gelijk en volgens de verhoudingen was dat terecht. Kevin De Bruyne had zijn ploeg voor de pauze zelfs op 2-1 moeten schieten, maar de Belg schoot een voor hands (Joe Gomez) gegeven penalty naast.

Het was een sliding uit frustratie, want Manchester City voelde dat het gevoelsmatig moest winnen van Liverpool. Door het nieuwe puntenverlies haakt de ploeg van Guardiola voorlopig definitief af in de strijd bovenin. Liverpool blijft in de top-vier, maar ziet dat Leicester City, door een strafschop van Jamie Vardy, als koploper de interlandbreak ingaan.