Vier dagen na de overwinning op Ajax is Liverpool ook voor Sheffield United te sterk gebleven. In een wedstrijd waarin de VAR nadrukkelijk aanwezig was, won de ploeg van Jürgen Klopp met 2-1. Een vroege achterstand werd weggepoetst door doelpunten van Roberto Firmino en Diogo Jota.

Na iets meer dan tien minuten spelen liet de VAR voor het eerst van zich horen op Anfield. Na een overtreding van Fabinho op Oliver McBurnie gaf de scheidsrechter aanvankelijk een vrije trap, maar na ingrijpen van de VAR werd er toch gekozen voor een strafschop. Daarbij kan gediscussieerd worden over zowel de vraag of het in het zestienmetergebied gebeurde, als of het überhaupt een overtreding was. De arbitrage beantwoordde beide vragen met ja, waarna McBurnie de strafschop keurig in de rechterhoek het doel in schoot. 

Vlak voor rust wist Liverpool de stand weer gelijk te trekken. Jordan Henderson gaf een goede voorzet op Sadio Mané, die eigenlijk in één keer had moeten zitten. De Senegalees stuitte met zijn kopbal echter op doelman Aaron Ramsdale. Firmino stond echter op de goede plek om de rebound alsnog het doel in te werken. Met een 1-1 tussenstand gingen de ploegen rusten. 

Na een uur leek Mo Salah goed voor de 2-1, maar opnieuw greep de VAR in. De Egyptenaar stond randje buitenspel en zag zijn doelpunt daarom afgekeurd worden. Liverpool raakte niet in de war en drukte door. Twee minuten later was het aankoop Diogo Jota die uit een voorzet van Mané alsnog de 2-1 binnenkopte. 2-1 zou ook de eindstand worden, onder meer omdat Salah in de slotfase na een goede actie de paal raakte. Liverpool staat na de overwinning op dertien punten; evenveel als koploper Everton, dat morgen in actie komt tegen Southampton.